woensdag 2 december 2009

Zingen, dubbele klas en iemand eruit gestuurd!

De titel vormt zo'n beetje de samenvatting van mijn stagedag. Maarten was vandaag ziek, dus zou ik zijn klassen ook overnemen. Helaas was ik met mijn warhoofd vergeten dat ik om 12u weer in Utrecht moest zijn ivm met een bezoekje aan de tandarts. Om me toch nog met zo veel mogelijk leerlingen op te schepen werd er besloten om in het derde uur 2 brugklassen samen te voegen. That's right, 45 kids 'round the piano!

Anyway, beginnen bij het begin. Het eerste uur had ik mijn eerste brugklas. Zij kregen de toetsen van vorige week terug (goed gemaakt!) en die hebben we toen ook uitgebreid besproken. Toen iedereen tevreden was met zijn/haar cijfer, en ik de eerste leerling voorzichtig zag gapen, kondigde ik aan dat het zo wel welletjes was met al die stomme theorie en dat we vandaag lekker gingen zingen. Ik schat dat we zo'n 30 minuten over hadden, en die hebben we mooi kunnen vullen met het aanleren en zingen van 'little hunk of tin' (I'm a Ford) + variaties laten bedenken door de leerlingen. Dit vonden ze echt heel erg leuk en we sloten de les erg positief af.

Positieve energie die ik hard nodig had voor de volgende les: mijn 2mavo klas. In deze les heb ik altijd moeite met de motivatie van de leerlingen (lees ook vorige blogs) en het bewaren van orde. Niet in de minste plaats omdat die twee zaken natuurlijk hand in hand gaan - lage motivatie = rumoer, wat er weer voor zorgt dat langzamerhand de hele klas zoiets heeft van 'bekijk het maar'. Maar vandaag gingen we zingen! En daar drongen ze al twee weken op aan. Ik had besloten om met deze klas hetzelfde te doen als wat Maarten met zijn 2e klas vorige week al had gedaan: 'everybody loves my baby'. De les begon giechelend, maar na enkele waarschuwingen en terechtwijzingen ging dit voorbij. Het grootste probleem lag bij de leerlingen die gewoon steevast niet meededen. Ik heb de klas gezegd dat ze dit nummer volgende week of de week daarna voor een cijfer moeten gaan zingen, wat altijd wel enige motivatie teweegbrengt (des te meer omdat deze klas best wel wat cijfers te compenseren heeft voor dit vak). Maar blijkbaar zitten er echt gewoon leerlingen tussen die het geen moer kan schelen wat ze halen voor muziek, en die het ook niet kan schelen dat ze daarmee het cijfer van de hele klas naar beneden halen.
Op aanraden van Esther heb ik gemeld dat eenieder die niet serieus mee wilde zingen gewoon kon vertrekken. Dit heb ik twee keer gezegd. Verder heb ik drie mensen twee waarschuwingen gegeven. Tegen het eind van de les heb ik, geheel tegen mijn zin, mijn laatste troef dan maar uitgespeeld en gezegd dat de eerstvolgende die ik niet goed mee zag doen, kon vertrekken. Nog een keer zingen. Recht tegenover me zie ik twee jongens met elkaar praten. Ik leg het nummer stil, kijk de jongen (Nick) recht aan en vraag: 'waarom was je nou weer aan het praten?' Geen duidelijk antwoord. Mijn volgende zin: 'goed, ga je spullen maar pakken; je kunt gaan'.
'Wat? Waarom?'
'Omdat je er gewoon doorheen zat te praten terwijl ik duidelijk heb gezegd dat ik wil dat iedereen meedoet wanneer we zingen'
Op dit moment is de klas doodstil, kijkt Nick me een tikje verontwaardigd aan en probeer ik hem enigszins streng in de ogen te blijven kijken. Dan loopt hij naar zijn tafel, pakt z'n tas en vertrekt. Gelukkig voor hem gaat de bel echt twee seconden later. Een selecte groep van Nick's klasgenoten komt naar me toe en uit hun verontwaardiging:
'Ik vind het wel raar dat u Nick er uit stuurt, terwijl zij (wijst naar meiden die aan de andere kant stonden) bijna de hele les niet meededen!'
Ik antwoordt: 'ja, helaas, da's pech hebben voor Nick, maar ik heb duidelijk gezegd dat ik de eerstvolgende die ik zag praten er uit zou sturen. Ik doe dit ook niet graag (waarheid!!) maar ik wil wel dat jullie klas een goed cijfer haalt voor zingen. Ik zit hier voor jullie; ik persoonlijk ken het nummer al'

Even later kwam de jongen waar Nick mee praatte (ben zijn naam even kwijt) naar me toe en biechtte heel eerlijk en dapper op dat het eigenlijk een beetje zijn schuld was, aangezien hij iets aan hem vroeg. Nick kwam ook nog terug en vroeg me of hij nog een rode kaart moest halen, aangezien de les praktisch al afgelopen was toen hij weggestuurd werd. Ik heb de jongens gezegd dat er vandaag geen rode kaarten aan te pas hoefden te komen, maar dat ik hoop dat ik mezelf duidelijk heb gemaakt. Tegen hen heb ik toen nog maar even kort het verhaaltje herhaald dat ik kort daarvoor al aan de klas vertelde; dat ik hier zit te werken voor hun cijfer en dat ze daar zelf ook best wel wat voor mogen doen. Volgens mij kwam de boodschap nu wel aardig goed over.

Stom stom stom gevoel vind ik dat altijd, iemand er uit sturen! Bah.

Laatste les die ik vandaag gaf waren dus twee brugklassen tegelijk. Was wel erg leuk, het was eigenlijk gewoon een soort koortje begeleiden. Eerst heb ik met hen ook het Ford liedje gedaan, en daarna heb ik gewoon geprobeerd hen 'everybody loves my baby' aan te leren (en dat ging best goed!). Al met al was die laatste massale les mijn sterkste les van vandaag. De leerlingen kregen een uitdaging voorgeschoteld maar hadden er ontzettend veel plezier in, wat af te lezen was aan hun lachende gezichten. Na de 2mavo klas was het orde houden in een groep van 45 bruggers een eitje. Gelukkig dus de stagedag goed afgesloten, en met een lekker gevoel weer in de trein naar Utrecht.

woensdag 25 november 2009

Afgelopen stagedagen

Afgelopen weken stonden bij ons op de Amersfoortse berg in het teken van theorie. Zowel de brugklassen als de 2e klassen kregen een toets, waar eerst nog eens twee theorielessen aan voorafgingen. Vandaag namen Maarten en ik dus ieder met twee brugklassen de toetsen af. Ik denk dat hij wel goed gemaakt gaat worden; we hebben echt wel tijd gestoken in het bespreken van de dingen die ze moesten weten.
De 2e klassen hadden de toets al een tijd geleden gemaakt, en daarom had ik met hen twee weken terug (vorige week was Esther ziek) een lesje over grafische notatie ingelast. Daar ging ik vandaag op verder, en zonder veel succes...

Het zit zo: de 2mavo klas die ik lesgeef is sowieso al niet zo gemotiveerd voor het vak muziek, en ze kletsen liever dan dat ze bij de les blijven, maar in combinatie met enkele grote fouten van mijn kant resulteert dat in een uiterst moeizame en VERMOEIENDE les. Vandaag had ik namelijk het plan dat elke leerling individueel een grafische notatie zou maken, waarbij ze dus eerst nadenken over wat voor muziekje ze op papier willen zetten en het daarna proberen op te schrijven/tekenen. Daarna zouden klokkenspellen gepakt worden (helaas het enige soort instrument waarvan er voor iedere leerling één beschikbaar is) en zouden de leerlingen in duo's elkaars partituur proberen te spelen. Met heel wat moeite en waarschuwingen haalden we dit punt. Toen gingen we het klassikaal bespreken:

Meneer Timo:
'zo, met wie heb jij je partituur uitgewisseld?'
Leerling: 'met leerling X'
Timo: 'kun je die partituur eens laten zien?'
*leerling laat partituur zien door omhoog te houden*
Timo: 'Oke, en hoe heb je dat gespeeld?'
*leerling speelt wat, vaak een lachbui onderdrukkend*
Timo, tot leerling X: 'Was dat zoals jij het bedoeld had?'
Leerling X: 'Ja hoor'

Ik hoop dat jullie allemaal begrijpen waar ik ERNSTIG de fout in ben gegaan: de leerlingen hebben totaal geen klankbeeld van dat wat ze opschrijven! Ze horen niet in hun hoofd van 'oh ja, en zo gaat het dan klinken'. Neeeen, dames en heren, ze tekenen maar wat! En waarom ook niet? Ik heb in de uitleg verzuimd te melden dat het de bedoeling is dat het later op klokkenspellen gespeeld moet worden. Ook heb ik ze niet de mogelijkheid gegeven om eerst op het klokkenspel zelf wat te spelen en dat dan op te schrijven; neeeen, bij Timo in de les werden de leerlingen geacht zelf al een melodie in hun hoofd te bedenken en DAT te vertalen naar het papier.

Lieve collega's, mochten jullie ooit het dwaze plan in jullie bol krijgen een les op deze manier aan te pakken, dan kan ik jullie maar één raad geven: DOE HET NIET!

Nog een tip: wees consequenter! (eerste keer dat ik dat in déze stage hoor, maar zeker niet de eerste keer dat ik het hoor) Volgende les gaat er iemand uit, vrees ik.

donderdag 15 oktober 2009

Credo (deel II)

Ik ga nu gewoon schrijven wat ik op dit moment denk.

Wat is muziek? Eigenlijk is muziek gewoon een rangschikking van geluiden; tonen die op een bepaalde manier in een bepaalde tijdsspanne zijn geplaatst. De vraag wordt vaak gesteld, terwijl het naar mijn mening toch niet de belangrijkste vraag is. Een veel interessantere is namelijk: wat doet muziek? Want tijdens al het gepraat over middel en doel verloor ik een bepaald aspect van muziek uit het oog: wat het voor mij betekent, en dus ook wat het voor elke leerling kan betekenen.

Herkenbaar voor jezelf waarschijnlijk: muziek kan je raken. Het maakt emoties los, het kan een sfeerbeeld scheppen, het is zelfs in staat losjes een verhaal te vertellen zonder woorden. Met andere woorden: muziek is een taal. Niet zomaar een taal, het is de grootste taal ter wereld. De enige echte internationale taal. Nog meer dan bijvoorbeeld Engels? Stel jezelf de volgende twee vragen:
  • spreekt elk volk ter wereld Engels? Nee. Er zijn nog genoeg volken op Aarde die geen woord Engels spreken. Als dit wel zo was, zouden er nu heel wat tolken werkloos zijn. Dit brengt ons tot de tweede vraag:
  • kent elk volk ter wereld muziek? Ja. Muziek is zeer waarschijnlijk zelfs één van de oudste vormen van communicatie die er bestaan. Het is goed mogelijk dat mensen al musiceerden voordat ze konden spreken.
Toegegeven, de taal Muziek beschikt niet over de vele praktische eigenschappen van de taal Engels (probeer maar eens met muziek duidelijk te maken dat je een halfje bruin wilt kopen). Maar veel meer dan Engels, of Spaans of welke wereldtaal dan ook, verbindt het zo'n beetje alle groepen van de wereld met elkaar. Het Christendom en Islam mogen dan nog zo veel meningsverschillen hebben, ze kennen allebei muziek. In Afrika mogen dan nog zo veel burgeroorlogen woeden, zowel de rebellen als de overheden kennen muziek. Zeg het me gerust als je dit allemaal iets té idealistisch vind klinken, maar persoonlijk ben ik van mening dat het alleen maar beter kan gaan in deze wereld wanneer iets meer mensen muziek zouden spreken en verstaan.

Wat betekent dit? Ben ik nu overgestapt naar het kamp 'doel'? Laat ik onze collega's van het team 'middel' links liggen? Nee, ik sta nog steeds met m'n rechter oor in het ene gebied en met m'n linker oor in het andere. Wel begrijp ik een opmerking die ik zowel Erzsi als Suzan heb horen maken tijdens de hoofdvaklessen: 'we geven het vak muziek omdat muziek bestaat'.

Ik ben niet van mening dat er in de onderbouw al enorm veel kennis naar binnen gestampt moet worden. Mijn idee van 'kennismaking' staat nog steeds overeind. Laat de leerlingen eerst maar eens in aanraking komen met zo veel mogelijk aspecten van muziek. Laat hen proeven van alle mogelijkheden die het vak biedt en geef hen de ruimte zelf verder te gaan als ze dat willen. Leg hen uit wat de functie van muziek is in onze maatschappij, en de wereldmaatschappij.
Leer hen de basis van spreken en verstaan.


Een volgende keer ga ik specifieker in op de eisen die ik stel aan een leerling na drie jaar muziekles.

Eerste lesdag

Het was me een koude ochtend gister! Om 6.55 stond ik op station Lunetten te bibberen, wachtend op de trein, muziek luisterend en met mijn lesplannen op zak. Doordat Maarten helaas niet kon komen, viel mij de eer ten dele zes klassen les te geven. Na de stage mocht ik dan gelijk doorhobbelen naar m'n werk; het beloofde dus een echte feestdag te worden.

Goed, dit klinkt een stuk moeilijker en vermoeiender dan het eigenlijk was. De zes klassen bestonden namelijk uit vier brugklassen en twee 2e klassen, en zodoende hoefde ik maar twee lessen te geven die ik steeds kon herhalen. Ik heb gister dan ook echt ervaren hoe fijn het is om dezelfde les gewoon vier keer achter elkaar te kunnen geven. Alle kleine details die je in de eerste les over het hoofd ziet, of verkeerd uitlegt, gaan in de laatste les gewoon prima.

Op de Amersfoortse Berg werkt Esther met de methode 'Intro'. Daar heb ik dus ook mijn lessen vandaan gehaald.
Met de brugklassen heb ik een opdracht gedaan uit het hoofdstuk 'componeren', waarbij de leerlingen ieder zelf een motief moesten maken van vier tonen (beginnend op de a, keuze uit d, e, g, a, c). Vervolgens gingen ze in tweetallen met klokkenspellen bij elkaar zitten en elkaar hun motief voorspelen, de ander moest dan puur op gehoor het motiefje proberen na te spelen. Dit vonden de leerlingen moeilijk, maar over het algemeen ook ontzettend leuk en spannend. Het hele idee van zelf een stukje muziek schrijven (want ze moesten het ook noteren) viel volgens mij erg in de smaak. Wanneer de duo's klaar waren maakte ik de opdracht groter: duo aan de ene kant van de klas speelt een van hun motieven voor, duo aan de andere kant probeert het na te spelen. En ook: iemand speelt zijn/haar motief, kijkt iemand aan die het dan na moet spelen en vervolgens zijn/haar eigen motief speelt en iemand anders aankijkt, enz.
Ik heb echt genoten van deze lessen.

Met de 2e klassen moest ik een theorie les doen, ter voorbereiding op een proefwerk dat ze over een aantal weken hebben. Ik had nog nooit een theorieles gegeven, dus dit was wel een uitdaging. Gelukkig werken we met Intro (ik vind het nu al een geweldig boek) en staat daar keurig op een rijtje wat de leerlingen moeten kennen en met welke oefeningen ze dat kunnen leren. Ik heb dus klassikaal luisteropdrachten met ze gedaan, de 'triool' uitgelegd en een soort ritmische puzzel met ze opgelost (een maat heeft een halve tel te veel, maak hem kloppend door van sommige achtste noten zestiende noten te maken - moeilijk!)
Bij de eerste 2e klas had ik enige moeite de aandacht er bij te houden. Esther heeft me verteld dat dat niet helemaal mijn fout was, aangezien deze klas op de een of andere manier gewoon totaal niet gemotiveerd is voor het vak muziek. Ik ben dus benieuwd hoe dit in de volgende lessen gaat. De tweede 2e klas ging heerlijk. Iedereen lette goed op en ze wilden de stof echt begrijpen. Ze waren ook gewoon eerlijk als ze iets niet snapten, zodat ik extra uitleg kon geven of het op een andere manier kon proberen uit te leggen. Ook zaten er een paar leerlingen in deze klas die al wisten wat een triool was en die dat graag even aan hun medeleerlingen uit wilden leggen.

Al met al viel deze lange lesdag me erg mee. De zenuwen verdwijnen al na de eerste les en daarna is het eigenlijk juist heel relaxt om dezelfde les nog een paar keer te kunnen doen. Bij de laatste brugklas die ik lesgaf zat ik heerlijk ontspannen in die lekkere stoel achter het bureau en kon ik zonder moeite uitleggen wat de opdracht was.

Belangrijkste tip van vandaag: soms moet ik preciezer zijn in wat ik van de leerlingen verwacht.
Mooiste top: de laatste les verliep vloeiend en goed.

zaterdag 5 september 2009

Credo (deel I)

Jullie zullen misschien niet geloven hoe blij ik ben dat we deze onderwerpen nu behandelen. De afgelopen maanden heb ik namelijk steeds met de volgende vraag geworsteld: waarom geven we muziekles aan al die kinderen?

Begin vorig jaar zag ik het nog als vanzelfsprekend; ik had er zelfs niet eens echt over nagedacht. Misschien omdat we op het conservatorium omringd worden door mensen die muziek als een dagelijkse bezigheid beschouwen. Misschien ook omdat ik zelf zo lang met muziek bezig was dat ik het als dagelijkse bezigheid beschouwde (wat het voor ons ook is, natuurlijk). Maar toen ik de afgelopen twee maanden op reis was, bijna om de twee weken met andere mensen, begon ik mezelf dingen af te vragen. Want veel van mijn vrienden doen nu helemaal niets met muziek. Ja, ze luisteren er naar, ze kunnen er van genieten. Maar doen ze bijvoorbeeld ooit nog iets met hun kennis van akkoorden, als ze zich dat uberhaupt nog kunnen herinneren? Gebruiken ze ooit nog het notenschrift? Ik begon me af te vragen of het niet een beetje verspeelde moeite was om deze jongens muziekles te geven... wat hebben ze er nu immers nog aan?

De muzikant en muziekdocent in mij begon natuurlijk meteen te protesteren. Natuurlijk kregen ze muziekles; dat hoort er immers bij! Ik heb toch ook zitten blokken voor wiskunde, economie en aardrijkskunde, en wat doe ik daar nou nog mee? Het twijfelende stemmetje wierp tegen dat ik dankzij wiskunde en economie nu mijn loonstrookjes begrijp, dat ik dankzij aardrijkskunde nu weet waar India ligt en weet dat ik niet moet proberen naar Australie te fietsen. Zaken die in het gemiddelde leven van elke volwassene van belang zijn. Maar harmonische kennis, het kunnen lezen van het notenschrift en het kunnen spelen in een bandje... zijn dat eigenlijk ook zulke onmisbare zaken?
Ik begon allerlei redenen te bedenken waarom muziekles toch gegeven zou moeten worden aan scholieren. Misschien doen we het wel zodat de muziektraditie in stand blijft? Als we zo veel mogelijk kinderen leren over muziek zullen er altijd genoeg mensen geinteresseerd in blijven en zal die kennis nooit verloren gaan. Maar is dat wel nodig? Zijn er niet altijd genoeg mensen geinteresseerd in muziek om het voort te laten bestaan?
Op die manier dacht ik maar door.

Toen las ik ergens dat de middelbare school niet tot doel heeft zo veel mogelijk feiten en kennis bij leerlingen naar binnen te werken, maar dat het dient om de leerling te leren studeren. Op die manier zijn ze voorbereid op hun vervolgstudie, waar ze dan effectief aan de slag kunnen om een vak naar keuze te leren. De vakken die op de middelbare school worden onderwezen zijn dus eigenlijk een soort middel om de leerlingen een nuttige vaardigheid mee te geven. Hee, zou het niet ook zo zitten bij muziek? Is muziek eigenlijk niet gewoon een middel om de leerling vaardigheden te leren die wel zeer belangrijk zijn, maar niet geleerd worden bij wiskunde? Want wat hebben mijn vrienden wellicht wel (deels) geleerd tijdens de muzieklessen op school? Samenwerking, verantwoordelijkheid nemen, elkaar de ruimte geven en ruimte nemen waar dat nodig is. Ze leerden er dat sommige doelen moeilijk te bereiken zijn, maar dat het resultaat vaak de moeite waard is; ze leerden er omgaan met kritische beoordelingen. Allemaal zaken die de gemiddelde volwassene wel degelijk tegenkomt in zijn/haar dagelijks leven.
Maar toch, zijn deze vaardigheden alleen tijdens muzieklessen te leren? Komen ze ook niet aan bod tijdens, bijvoorbeeld, vakken als drama en lichamelijke opvoeding? Ik nam mezelf voor deze vragen allemaal te stellen het aankomende schooljaar tijdens de hoofdvak lessen. Tot die tijd zou ik mijn muziek-als-middel redenering als meest logische redenering aanhouden.

Muziek als middel dus. Dit was mijn visie toen ik afgelopen woensdag naar school kwam, wat jullie hebben kunnen horen tijdens de discussie. Er werden door jullie die middag vele wijze woorden gesproken en vele goede argumenten gemaakt voor ofwel muziek als middel, ofwel muziek als doel. Hetgeen tot gevolg had dat het twijfelende stemmetje – dat zich had afgevraagd waarom we in vredesnaam muziekles geven – en dat in de loop der tijd helemaal niet zo twijfelend meer klonk, nu toch weer begon te twijfelen. Want zoals onder andere Renske en Thijs heel goed opmerkten is muziek gewoon een vak, niet slechts een middel om gaten in de opvoeding op te vullen (vrije verwoording). Muziek moet dus ook daadwerkelijk geleerd worden, en niet slechts gebruikt. Hier sluit ik me bij aan, maar ook weer niet helemaal. Ik ben van mening dat je de leerlingen veel verschillende soorten muzikale kennis moet aanbieden, maar er ook voor moet zorgen dat ze tijdens opdrachten in de les de eerdergenoemde vaardigheden binnen krijgen.

Ik wil op dit punt graag even een verwijzing maken naar de (voorlopige) visie van Kim. Zoals je daar kunt lezen zegt zij dat ze het liefst muziek als middel èn als doel gebruikt. En waarom ook eigenlijk niet? Je kunt de leerlingen tegelijkertijd muziek leren en de vaardigheden die erbij horen. Maar waar ligt de nadruk? En is het nodig om een nadruk te leggen op middel of doel?

Tot zover het eerste deel van mijn credo.


Next time, on CREDO:
  • Waar ligt de nadruk; middel of doel?
  • Wat moet de Havo 3-leerling aan het eind geleerd hebben?
  • Hoe ga ik dat bereiken?

Stay tuned!

maandag 1 juni 2009

Muzieksmaak = Karakter ?

In de Trouw lees ik dat wetenschappers in Texas willen aantonen dat muzieksmaak veel zegt over je karakter. Nou is het niet dat ik niet van psychologie houd hoor, maar toch welt tijdens het lezen van zo'n artikel altijd één vraag sterk bij me op: wáárom? Probeer alsjeblieft niet alles wetenschappelijk te verklaren, zeker niet wanneer het zaken als muziek en karakter betreft.

Bovendien denk ik niet dat het waar is. Oh, tuurlijk luister ik onder andere naar de muziek waar mijn beste vrienden ook naar luisteren, maar dat is denk ik eerder te wijten aan het feit dat we elkaar opzadelen met muziek die we leuk vinden dan dat onze karakters zo sterk overeen komen. Wanneer je opgroeit in een bepaald klimaat luister je nu eenmaal naar muziek die daar veel in voorkomt. Of dachten deze wetenschappers soms dat alle jongeren uit The Bronx hetzelfde karakter hebben omdat ze allemaal in de hiphop scene zitten?

Okee, ik wil best toegeven dat je makkelijker bevriend kan raken met mensen die van dezelfde muziek houden als jij, maar dan nog hoeft het niet te betekenen dat je hetzelfde karakter hebt. Ik ken genoeg mensen die naar dezelfde muziek luisteren als ik, maar waar ik verder niets gemeen mee heb.

En dan lees ik in het NRC dat de muzieksmaak van jongeren en jonge volwassenen stabiel is, dat het niet of nauwelijks verandert. Betekent dit dan dat je muzieksmaak zou veranderen als je karakter zou veranderen, of dat je karakter verandert wanneer je je muzieksmaak aanpast?
Of betekent het dat er geen mogelijkheid is tot verandering van karakter, dat je in feite je hele leven zo in elkaar zit als je nu bent?

Lang leve de wetenschap.


Column geschreven n.a.v. de stelling:
Staat muzieksmaak gelijk aan karakter?

De volgende artikelen heb ik gebruikt:
'Tieners zijn trouw aan hun muziekstijl' door Bernard Hulsman (NRC)
en
'Muziek, spiegel van ons innerlijk' door Martin van der Laan (Trouw)
(http://www.trouw.nl/archief/article1314943.ece/Muziek__spiegel_van_ons_innerlijk.html)

Kunde door Kennis, Kick door Kunde, Kennis door Kick.

Wie zich een tijdje met muziek bezighoudt ontdekt al snel dat het bovenal om een bijna ongrijpbare hoeveelheid aan variatie gaat. Variatie in stijl, variatie in emotie, in klank, instrumentatie en betekenis. Muziek zelf zou omschreven kunnen worden als tonen die door een variatie in hoogte en duur tot een interessant geheel worden gevormd. Geen wonder dus dat er ook heel wat variatie mogelijk en gewenst is bij het geven van muzieklessen.

Job ter Steege noemt in zijn artikel drie elementen die van toepassing zijn op muziekonderwijs: kick, kennis en kunde. Ter Steege stelt dat in de ideale muziekles al deze drie zaken aan de orde komen: leerlingen steken er iets van op (kennis), leerlingen zijn actief bezig met musiceren en/of luisteren (kunde) en de leerlingen vinden er voldoening in (kick). Om deze elementen goed te kunnen illustreren, gaan we terug naar de oorsprong van het Nederlandse muziekonderwijs, waar twee muziekpedagogen een opmerkelijke rol speelden.

Allereerst was daar Willem Gehrels, die de eerste stap zette door muzieklessen aan te bieden aan kinderen van ouders die financieel minder bedeeld waren. In zijn visie moest muziekonderwijs voor iedereen beschikbaar zijn, ongeacht zijn/haar rang en vermogen. Gehrels' manier van onderwijs was wat we nu 'traditioneel' zouden kunnen noemen, in dat opzicht dat er op zijn scholen aan de leerlingen geleerd werd wat door de docenten belangrijk werd geacht; namelijk het luisteren en spelen van muziek. Als we ter Steege's elementen loslaten op Gehrels' methode kunnen we vaststellen dat zijn methode gericht was op het element 'kunde'.

De tweede belangrijke pedagoog was Ad Heerkens. Een generatie scheidt hem van Gehrels, en zijn methode was dan ook vernieuwend. Hij ging door op het ideaal van Gehrels, namelijk het aanbieden van muzieklessen aan kinderen van alle standen, maar vond dat in het muziekonderwijs de beleving van het kind centraal moest staan. Zijn methode is dan ook eerder te omschrijven als 'kick'; de leerlingen konden de muziek relateren aan hun eigen belevingswereld.
Hoe verschillend ook, de methodes van Gehrels en Heerkens hadden iets gemeen: ze waren beiden gebaseerd op het overbrengen van kennis. Hiermee is volgens ter Steege vast te stellen dat het ideale muziekonderwijs een mix is tussen de methodes van Gehrels en Heerkens.

Vanaf 1971 vinden er grote veranderingen plaats op gebied van muzikaal onderwijs op middelbare scholen. Zo wordt muziek een officieel eindexamenvak en krijgt popmuziek eindelijk een gelijkwaardig plaatsje naast klassieke muziek. Het is een tijd van idealisme en motivatie. Maar er is een nadeel: de veranderingen hebben vooral betrekking op het voortgezet onderwijs, waardoor het muzikale onderwijs op basisscholen nog te verwaarlozen valt. Hierdoor hebben veel aanstormende brugklassers een muzikale achterstand, waar de vakdocent op de middelbare school vervolgens ook weinig mee kan.
De jaren 80 staan in het teken van bezuinigingen, ook op het gebied van onderwijs. Minister Deetman perkt de opleiding schoolmuziek flink in. Wel krijgt ook binnen deze opleiding popmuziek eindelijk een mooi plaatsje. In de jaren 90 wordt de basisvorming ingevoerd en ontstaan er verschillende goede lesmethodes. Ook op PABO's wordt er gewerkt aan muzikale vorming, waardoor basisscholieren uiteindelijk beter voorbereid het voortgezet onderwijs in zullen gaan.

Tot zover een zeer beknopte geschiedenis van het Nederlandse muziekonderwijs. Het is goed te begrijpen dat, met zo veel veranderingen in lesmethodiek en onderwijsvormen in het algemeen, er heel wat verschillende muziekdocenten in Nederland rondlopen. Immers, elke nieuwe generatie docenten heeft een inhoudelijk totaal andere opleiding gevolgd dan de generatie voor hem.
Is het 'kennis, kunde, kick-model' van Job ter Steege dan nog wel relevant voor toekomstige muziekdocenten zoals mijn klasgenoten en ik? Kunnen we ons niet beter richten op het ontwikkelen van onze eigen theorie, in plaats van onze lessen plaatsen onder ter Steege's model?
Ik denk zeker dat iedere docent in opleiding zo veel mogelijk tijd moet investeren in het vinden van zijn/haar eigen stijl. Echter, bij het ontwikkelen van je persoonlijke stijl kan het nuttig zijn om eerst andere theorieen te bestuderen. Daarom zal ik nu mijn visie geven op het 'kennis, kunde, kick-model', en welk van die drie elementen het belangrijkst is in een muziekles.

Laat ik dan beginnen met zeggen dat het in mijn ogen een vergissing is om deze drie elementen gescheiden te beschrijven. Het lijkt dan namelijk net alsof je maar één van de drie doelen in je les kan verwerken, en dat het in ieder geval erg lastig is om ze alledrie te gebruiken. Persoonlijk zie ik weinig reden om kennis, kunde en kick los van elkaar te zetten; ik zie ze eerder als één geheel, onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als ik namelijk denk aan die dingen waar ik voldoening in vond tijdens muzieklessen, dan waren dat de momenten waarop ik iets eindelijk begreep, of een moeilijk speelstuk eindelijk foutloos kon opvoeren. Dan haalde ik dus 'kick' uit 'kennis' en 'kunde'.

Aan de andere kant is het soms makkelijker om bepaalde zaken te delen in kleinere groepen. Het is makkelijker om elke dag een baksteen te metselen dan in één dag een heel huis te bouwen. Divide et impera zullen we maar zeggen. En als je die drie gegevens dan los van elkaar bekijkt, moet je als docent een afweging maken: wat wil je dat je leerlingen leren? Wil je dat ze vooral heel veel weten over de geschiedenis en theorie? Wil je dat ze vooral goed in staat zijn analytisch te luisteren en te musiceren? Of wil je simpelweg dat de leerlingen met een goed gevoel naar huis gaan?

Als we de zaken op deze manier stellen, zou mijn voorkeur uitgaan naar 'kunde'. In mijn visie is muziek bovenal een taal. Minder gedetailleerd dan bijvoorbeeld Nederlands of Engels, maar wel veel puurder en bovendien de enige echte internationale taal. Er is geen menselijke cultuur op deze planeet waar geen muziek in voorkomt. Als docent zie ik het als mijn doel om de leerlingen te doen beseffen welke mogelijkheden hieraan verbonden zijn, en ze tevens de beginselen van deze prachtige taal te leren. Als het even meezit, zien ze dan in hoe geweldig groots muziek eigenlijk is, en hopelijk halen ze daar dan 'kick' uit.
Maar zie, daar ga ik al: ik verbindt 'kunde' met 'kick'. In feite heb ik ook 'kennis' aan bod laten komen, want voordat de leerlingen de taal der muziek kunnen spreken hebben ze kennis nodig over de mogelijkheden. Zelfs wanneer ik het opzettelijk gescheiden probeer te houden, lukt het me niet.


Wie zich een tijdje met muziek bezighoudt ontdekt al snel dat het bovenal om een bijna ongrijpbare hoeveelheid aan variatie gaat. Zo ook in het onderwijs, blijkt het. Waar een 'kunde, kennis, kick-model' voor Job ter Steege en anderen misschien goed kan helpen, merk ik dat ik er weinig aan heb. Ik geloof in kunde door kennis, kick door kunde en voor de docenten onder ons: kennis door kick. Weten welk lesmateriaal een kick geeft is voor docenten immers van groot belang. Volgens ter Steege bevat de ideale muziekles alle drie de onderdelen. Ik wil het simpeler stellen: kunde, kennis en kick zijn altijd met elkaar verbonden; zolang de les dus verloopt zoals jij gepland had, is de les ideaal. Je hebt ze dan immers geleerd wat je wilde dat ze leerden, de leerlingen begrepen de stof en kunnen er dus wat mee, en zolang de leerlingen maar wéten dat ze inderdaad iets bereikt hebben, halen ze er genoeg 'kick' uit om de volgende les weer vol motivatie aan de slag te gaan.