"Eureka!" zou ik hebben uitgeroepen als ik een oude Griek was. In plaats daarvan zeg ik gewoon "cool". Omdat het spel de vorige les zo moeizaam ging, besloot ik het vandaag dunnetjes over te doen. Dit keer niet in de kring, maar in de groepjes aan tafel. Ik had niet voor mogelijk gehouden hoe veel makkelijker dat zou zijn. Vlak voor de les heb ik nog even een paar regels met de klas herhaald: niet praten als er iemand aan het woord is, vinger opsteken als je iets wilt zeggen of vragen, en als ik m'n hand opsteek wordt het stil.
Ik moet eerlijk toegeven dat ik niet hetzelfde spel gedaan heb als de vorige les. Dit keer gaf ik een ritme aan een groepje, die dat dan bleven klappen, stampen of roffelen. Daarna gaf ik een volgend groepje een nieuw ritme dat zijn bleven herhalen. Samen klonk dit dan als een echte beat. De pech was dat het eerste groepje dat ik aanwees (en dat een cruciale 'bom' uitvoerde) niet erg goed was in het houden van ritme. Maar toen alle groepjes in gebruik waren was de beat toch hoorbaar. Toen iedereen met een ritme bezig was liep ik naar een groepje toe en gaf hen de beginzin van Doemla, die ze moesten gaan zingen. Dit vonden zij eerst uiterst amusant, maar merkten daarna wel dat het lekker in de beat paste. Tegen de tijd dat de andere groepjes doorhadden wat er gebeurde, was ik alweer bij de volgende zangroep. Zij kregen de opdracht het tweede deel van Doemla te zingen, waardoor er al een soort canon effect ontstond. Dit ging een aantal keer heel goed. Pas toen de hele klas aan het zingen was begonnen de groepjes zinnen door elkaar te halen waardoor op een gegeven moment vrijwel iedereen hetzelfde zong. Toen ik dit merkte heb ik om stilte gevraagd. De kinderen luisterde hier goed naar.
Na deze doorbraak op canon gebied (waar ik uiteraard op gehoopt had) vroeg ik de klas wat ze net gezongen hadden. Onvermijdelijk kwam het totaal terechte antwoord "doemla doemla doemla di". Toen ik ze vertelde dat ze in feite een canon hadden gezongen, was er op het gezicht van een aantal kinderen te zien dat ze onder de indruk van zichzelf waren. Met deze boost van zelfvertrouwen durfden ze het zeemanslied ook wel in canon te zingen. Gesteund door de gitaar, en beginnend op de momenten dat ik het aangaf, begonnen de groepjes te zingen. Mijn hart maakte een sprongetje; het lukte! Eureka!
Omdat Christian vandaag kwam kijken, heb ik nog wat extra reflectie gehad op deze les. Het voornaamste punt was dat ik onrust veroorzaakte door - op het moment dat ik de klas net stil had - een soort vraag te stellen als "gaat dat lukken?" of "gaan we ons best doen?". Dat klinkt onzettend stom achteraf, maar blijkbaar stel ik zulke vragen onbewust nogal vaak. Ook moet ik woorden als "eigenlijk" vermijden, en als ik iets wil (bijvoorbeeld dat het stil wordt) dat niet vragend formuleren. Verder heb ik nog van Tessa te horen gekregen dat ik moet proberen de andere groepjes ook in de gaten te houden wanneer ik met één groepje bezig ben. Ik gaf al wel meer complimenten waar dat nodig was.
Een groot pluspunt (voor mijzelf in elk geval) was dat het orde houden zo veel makkelijker ging dat de lessen hiervoor. De kinderen luisterden veel beter en werden sneller stil wanneer ik m'n hand opstak. In groepjes werken is echt handig voor het overzicht.
Al met al vond ik de les van 5 november redelijk geslaagd.
Niet grappig
11 jaar geleden