donderdag 15 oktober 2009

Credo (deel II)

Ik ga nu gewoon schrijven wat ik op dit moment denk.

Wat is muziek? Eigenlijk is muziek gewoon een rangschikking van geluiden; tonen die op een bepaalde manier in een bepaalde tijdsspanne zijn geplaatst. De vraag wordt vaak gesteld, terwijl het naar mijn mening toch niet de belangrijkste vraag is. Een veel interessantere is namelijk: wat doet muziek? Want tijdens al het gepraat over middel en doel verloor ik een bepaald aspect van muziek uit het oog: wat het voor mij betekent, en dus ook wat het voor elke leerling kan betekenen.

Herkenbaar voor jezelf waarschijnlijk: muziek kan je raken. Het maakt emoties los, het kan een sfeerbeeld scheppen, het is zelfs in staat losjes een verhaal te vertellen zonder woorden. Met andere woorden: muziek is een taal. Niet zomaar een taal, het is de grootste taal ter wereld. De enige echte internationale taal. Nog meer dan bijvoorbeeld Engels? Stel jezelf de volgende twee vragen:
  • spreekt elk volk ter wereld Engels? Nee. Er zijn nog genoeg volken op Aarde die geen woord Engels spreken. Als dit wel zo was, zouden er nu heel wat tolken werkloos zijn. Dit brengt ons tot de tweede vraag:
  • kent elk volk ter wereld muziek? Ja. Muziek is zeer waarschijnlijk zelfs één van de oudste vormen van communicatie die er bestaan. Het is goed mogelijk dat mensen al musiceerden voordat ze konden spreken.
Toegegeven, de taal Muziek beschikt niet over de vele praktische eigenschappen van de taal Engels (probeer maar eens met muziek duidelijk te maken dat je een halfje bruin wilt kopen). Maar veel meer dan Engels, of Spaans of welke wereldtaal dan ook, verbindt het zo'n beetje alle groepen van de wereld met elkaar. Het Christendom en Islam mogen dan nog zo veel meningsverschillen hebben, ze kennen allebei muziek. In Afrika mogen dan nog zo veel burgeroorlogen woeden, zowel de rebellen als de overheden kennen muziek. Zeg het me gerust als je dit allemaal iets té idealistisch vind klinken, maar persoonlijk ben ik van mening dat het alleen maar beter kan gaan in deze wereld wanneer iets meer mensen muziek zouden spreken en verstaan.

Wat betekent dit? Ben ik nu overgestapt naar het kamp 'doel'? Laat ik onze collega's van het team 'middel' links liggen? Nee, ik sta nog steeds met m'n rechter oor in het ene gebied en met m'n linker oor in het andere. Wel begrijp ik een opmerking die ik zowel Erzsi als Suzan heb horen maken tijdens de hoofdvaklessen: 'we geven het vak muziek omdat muziek bestaat'.

Ik ben niet van mening dat er in de onderbouw al enorm veel kennis naar binnen gestampt moet worden. Mijn idee van 'kennismaking' staat nog steeds overeind. Laat de leerlingen eerst maar eens in aanraking komen met zo veel mogelijk aspecten van muziek. Laat hen proeven van alle mogelijkheden die het vak biedt en geef hen de ruimte zelf verder te gaan als ze dat willen. Leg hen uit wat de functie van muziek is in onze maatschappij, en de wereldmaatschappij.
Leer hen de basis van spreken en verstaan.


Een volgende keer ga ik specifieker in op de eisen die ik stel aan een leerling na drie jaar muziekles.

Eerste lesdag

Het was me een koude ochtend gister! Om 6.55 stond ik op station Lunetten te bibberen, wachtend op de trein, muziek luisterend en met mijn lesplannen op zak. Doordat Maarten helaas niet kon komen, viel mij de eer ten dele zes klassen les te geven. Na de stage mocht ik dan gelijk doorhobbelen naar m'n werk; het beloofde dus een echte feestdag te worden.

Goed, dit klinkt een stuk moeilijker en vermoeiender dan het eigenlijk was. De zes klassen bestonden namelijk uit vier brugklassen en twee 2e klassen, en zodoende hoefde ik maar twee lessen te geven die ik steeds kon herhalen. Ik heb gister dan ook echt ervaren hoe fijn het is om dezelfde les gewoon vier keer achter elkaar te kunnen geven. Alle kleine details die je in de eerste les over het hoofd ziet, of verkeerd uitlegt, gaan in de laatste les gewoon prima.

Op de Amersfoortse Berg werkt Esther met de methode 'Intro'. Daar heb ik dus ook mijn lessen vandaan gehaald.
Met de brugklassen heb ik een opdracht gedaan uit het hoofdstuk 'componeren', waarbij de leerlingen ieder zelf een motief moesten maken van vier tonen (beginnend op de a, keuze uit d, e, g, a, c). Vervolgens gingen ze in tweetallen met klokkenspellen bij elkaar zitten en elkaar hun motief voorspelen, de ander moest dan puur op gehoor het motiefje proberen na te spelen. Dit vonden de leerlingen moeilijk, maar over het algemeen ook ontzettend leuk en spannend. Het hele idee van zelf een stukje muziek schrijven (want ze moesten het ook noteren) viel volgens mij erg in de smaak. Wanneer de duo's klaar waren maakte ik de opdracht groter: duo aan de ene kant van de klas speelt een van hun motieven voor, duo aan de andere kant probeert het na te spelen. En ook: iemand speelt zijn/haar motief, kijkt iemand aan die het dan na moet spelen en vervolgens zijn/haar eigen motief speelt en iemand anders aankijkt, enz.
Ik heb echt genoten van deze lessen.

Met de 2e klassen moest ik een theorie les doen, ter voorbereiding op een proefwerk dat ze over een aantal weken hebben. Ik had nog nooit een theorieles gegeven, dus dit was wel een uitdaging. Gelukkig werken we met Intro (ik vind het nu al een geweldig boek) en staat daar keurig op een rijtje wat de leerlingen moeten kennen en met welke oefeningen ze dat kunnen leren. Ik heb dus klassikaal luisteropdrachten met ze gedaan, de 'triool' uitgelegd en een soort ritmische puzzel met ze opgelost (een maat heeft een halve tel te veel, maak hem kloppend door van sommige achtste noten zestiende noten te maken - moeilijk!)
Bij de eerste 2e klas had ik enige moeite de aandacht er bij te houden. Esther heeft me verteld dat dat niet helemaal mijn fout was, aangezien deze klas op de een of andere manier gewoon totaal niet gemotiveerd is voor het vak muziek. Ik ben dus benieuwd hoe dit in de volgende lessen gaat. De tweede 2e klas ging heerlijk. Iedereen lette goed op en ze wilden de stof echt begrijpen. Ze waren ook gewoon eerlijk als ze iets niet snapten, zodat ik extra uitleg kon geven of het op een andere manier kon proberen uit te leggen. Ook zaten er een paar leerlingen in deze klas die al wisten wat een triool was en die dat graag even aan hun medeleerlingen uit wilden leggen.

Al met al viel deze lange lesdag me erg mee. De zenuwen verdwijnen al na de eerste les en daarna is het eigenlijk juist heel relaxt om dezelfde les nog een paar keer te kunnen doen. Bij de laatste brugklas die ik lesgaf zat ik heerlijk ontspannen in die lekkere stoel achter het bureau en kon ik zonder moeite uitleggen wat de opdracht was.

Belangrijkste tip van vandaag: soms moet ik preciezer zijn in wat ik van de leerlingen verwacht.
Mooiste top: de laatste les verliep vloeiend en goed.